Uw bedrijf moet invulling geven aan verschillende onderdelen van het explosieveiligheidsbeleid. Dit om te voldoen aan he...
11-01-2021
11-08-2020
In dit uitgebreide artikel meer over antistatische kleding in explosiegevoelige ruimtes. Wij leggen u uit waarom het zo belangrijk is, wanneer het wel of juist niet verplicht is, wat hierover in de Arbo-wet staat en wat de voorschriften zijn. Heeft u nog meer vragen? Neem dan contact op met onze adviseurs.
Wat zegt de wet- en regelgeving? Wanneer het ontstaan van een explosieve atmosfeer niet kan worden voorkomen, gezien de aard van de werkzaamheden, moet de werkgever de ontsteking daarvan voorkomen. Hierbij moet rekening gehouden worden met elektrostatische ontladingen die van werknemers of de arbeidsplaats als ladingdrager of ladingsproducent kunnen uitgaan (Arbobesluit artikel 3.5d, lid 2). De werkgever dient doeltreffende en passende persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM’s) aan de werknemer ter beschikking te stellen (Arbowet artikel 3, lid 1b).
Personen die zich begeven in gezoneerd gebied – waar gassen en/of dampen met een MIE kleiner dan 10 mJ vrij kunnen komen – dienen geaard te zijn om elektrostatische oplading te voorkomen. Wanneer een opgeladen persoon in contact maakt met een geleider en/of geaard object, kan ontsteking plaatsvinden via vonkvorming. Mogelijke manieren van opladen zijn onder andere:
Door het dragen van antistatische veiligheidsschoenen (klasse S1, S1P, S2 en S3 of O1 en O2) of -laarzen (klasse S4 en S4 of O4) worden personen voldoende geaard, en als ook de vloer voldoende geleidend is (weerstand minder dan 1 MΩ). Bij geaarde personen is waarschijnlijkheid op ontsteking door statische ontlading bij het dragen van elk type kleding meestal erg laag. Daardoor is het niet noodzakelijk om altijd antistatische kleding te moeten dragen in ATEX-zones.
De noodzaak voor het dragen van antistatische kleding – voorkomen van oplading – in gezoneerd gebied wordt bepaald door de minimum ontstekingsenergie (MIE) van brandbare stoffen en de waarschijnlijkheid van oplading bij (bedrijfs)activiteiten. Het betreffende voorschrift is afkomstig uit IEC/TS 60079-32-1 en opgesomd in de onderstaande tabel.
We zetten het op een rij, het dragen van antistatische kleding in:
Hierbij de opmerking dat antistatische kleding ontworpen wordt – conform EN 1149 – voor gebruik in gezoneerde gebieden met een MIE groter dan 0,02 mJ. Gassen met een zeer lage MIE (zoals waterstof) uit gasgroep IIC zijn niet per definitie gedekt door antistatische kleding. Daarom dient het toepassen van antistatische kleding in zones met MIE kleiner dan 0,02 mJ dient vooraf getoetst te zijn door een (veiligheids)expert.
De uitkomst van deze toetsing (met eventueel additionele maatregelen) moet dan weer worden vastgelegd in het EVD. Ook geven sommige fabrikanten aan in de gebruiksinstructie dat de kleding niet mag worden gebruikt in zone 0 geclassificeerde gebieden.
De prestatie- en materiaaleisen die gesteld worden aan antistatische kleding zijn benoemd in EN 1149-5. Werkkleding met deze norm wordt alleen geaccepteerd in combinatie met normering voor vlamvertragende of niet-vlamonderhoudende kleding zoals EN 531 of EN ISO 11612 en beide eigenschappen dienen dan ook gezamenlijk intact te zijn om nog te volstaan. Dergelijke kleding wordt multi-norm veiligheidskledij genoemd.
Foto: een voorbeeld van werkkledij, niet specifiek antistatisch
Alle niet-antistatische kleding en materialen (metalen knopen e.d.) moet worden bedekt door antistatische kleding. Antistatisch kleding moet altijd worden gedragen met antistatisch schoenen of laarzen, om een voldoende geaard systeem (lager dan 100 MΩ) te realiseren. Ook is het verboden om kledingstukken uit te trekken in gezoneerd gebied. Het dragen van antistatische onderkleding is niet noodzakelijk om statische opbouw te voorkomen, maar wordt aanbevolen (of eigenlijk multi-norm) om het dragen van kledingstukken bestaande uit polyester te voorkomen. Polyester smelt gemakkelijk bij blootstelling aan hitte of vlammen, waarbij het smeltafval ernstige brandwonden op de huid kan veroorzaken.
Antistatische eigenschappen ontstaan door het verwerken van geleidende of zogeheten dissipatieve materialen in de kleding. Wanneer geleidende metaalvezels (Bekinox) worden gebruikt, voldoet de kleding alleen aan EN 1149-1 en mag deze niet door bijvoorbeeld elektriciens worden gedragen vanwege elektrocutiegevaar. Tegenwoordig worden in antistatische kleding dissipatieve koolstofvezels omgeven met polyamidedraad in een raster verwerkt, waardoor een soort van ‘Kooi van Faraday’ om het lichaam wordt gevormd. Dergelijk kleding voldoet aan EN 1149-3 en EN 1149-5 en mag wél worden gedragen door elektrotechnisch personeel.
Foto: een voorbeeld van werkkledij, niet specifiek antistatisch
De antistatische eigenschappen van (dissipatieve) veiligheidskleding zijn permanent en niet onderhevig aan veroudering of aantasting door wassen en drogen, mits de gebruiksinstructies van de fabrikant worden opgevolgd. Mogelijk kan opgetreden schade aan kledingdelen wel een reden tot vervanging zijn.
Daarentegen wordt vlamvertragende kleding – met een eenmalig aangebrachte coating – aangeboden met een maximale levensduur van 12 tot 24 maanden. Vervuiling van multi-norm veiligheidskleding met brandbare stoffen (zoals olie of oplosmiddelen) kan de vlamvertragende werking tenietdoen. Dat moet worden meegenomen in het onderhoudsbeleid.
17-08-2020
Een papierfabriek moest naar aanleiding van een audit het monitoringsplan verbeteren, en afwijkingen...
03-08-2020
Op 1 oktober 2020 treedt Bas Oldenhof toe tot de directie van KWA. Bas wordt commercieel directeur n...