Uw bedrijf moet invulling geven aan verschillende onderdelen van het explosieveiligheidsbeleid. Dit om te voldoen aan he...
11-01-2021
Geen zorgen meer of alles op orde is rondom wet- en regelgeving.
17-02-2025
Waar let de inspectie op en hoe gaat u daarmee om.
KWA krijgt vragen over de eerste inspecties van de Nederlandse Arbeidsinspectie naar aanleiding van de ARIE-regeling, die vanaf 1 januari 2024 verplicht werd. In dit artikel laten wij u zien waar de inspectie op let en hoe u daarmee om kunt gaan.
Hoe zit het ook alweer? Bedrijven die vallen onder Hoofdstuk 2, Afdeling 2 van het Arbeidsomstandighedenbesluit, de zogenoemde ARIE-bedrijven, moesten vanaf januari 2024 voldoen aan de vereisten vanuit deze ARIE-regeling, zoals het opstellen van een Aanvullende risico-inventarisatie en -evaluatie, preventiebeleid zware ongevallen en een veiligheidsbeheerssysteem.
De Nederlandse Arbeidsinspectie is vanaf deze datum ook begonnen met het inspecteren van deze bedrijven. Wij delen met u de geconstateerde uitdagingen naar aanleiding van deze eerste inspecties en onze eigen ervaringen opgedaan bij locatiebezoeken van ARIE- bedrijven.
De inspecteurs hebben tijdens hun inspecties gekeken naar de geïdentificeerde gevaren, ofwel de vastgestelde ongevalsscenario’s. Zij merkten, net als wij, dat bedrijven het lastig vinden om een goede en complete scenario-analyse uit te voeren. Dit uit zich in meerdere facetten:
De onderbouwing van de ongevalsscenario’s is niet altijd duidelijk. Dit wordt meestal veroorzaakt door het ontbreken van een beschrijving van de (systematische) aanpak. Hierdoor is het voor buitenstaanders onduidelijk hoe tot bepaalde keuzes is gekomen. Dit goed vastleggen lijkt misschien niet nodig, maar helpt in de gesprekken met de inspecteurs én in de toekomst bij de herziening van de scenario’s.
Volgens de ARIE-regeling dienen de risico’s op zware ongevallen met gevaarlijke stoffen systematisch beoordeeld te worden. Bij deze beoordeling zijn een aantal zaken belangrijk. Dat zijn:
Als een ongevalsscenario nog niet volledig beheerst wordt met de getroffen maatregelen - het beveiligde risico van het scenario is nog niet beoordeeld als ‘acceptabel’ -, verlangt de wetgever dat onderzocht wordt hoe het risico verder gereduceerd kan worden. De daarbij behorende maatregelen worden opgenomen in een Plan van Aanpak. Regelmatig constateren wij dat de aanvullend te treffen maatregelen niet zijn geïdentificeerd en/of het Plan van Aanpak plan nog niet volledig is, omdat bijvoorbeeld geen actiehouder is benoemd. Ook zien we dat de termijn van uitvoering van de aanvullende maatregelen niet strookt met de hoogte van het (beveiligde)risico.
Iets waar veel bedrijven mee worstelen is het herkennen en onderkennen welke maatregelen zij al getroffen hebben. Preventieve maatregelen verlagen de kans dat een incident kan plaats vinden en repressieve maatregelen verkleinen de gevolgen. Een voorbeeld hiervan is de aarding van een tank met brandbare vloeistoffen om statische oplading bij het verpompen te voorkomen. We merken dat deze worsteling veelal het gevolg is van de aanwezige kennis bij de bedrijven over scenario-denken en hoe maatregelen kunnen ingrijpen op deze scenario’s.
De inspecties die uitgevoerd worden door de Arbeidsinspecteurs hebben als doel om te achterhalen of bedrijven veilig werken en voldoen aan de vereisten uit de Arbeidsomstandighedenwetgeving, waaronder de ARIE-regeling. Hierbij kijken ze op welke wijze invulling wordt gegeven aan de wettelijke verplichtingen, waaronder de Aanvullende risico-inventarisatie en -evaluatie (Aanvullende RIE). Voor de uitwerking van de Aanvullende RIE zijn in de ARIE-regeling minimale vereisten vastgelegd. Het is aan de ARIE-bedrijven zelf hoe zij hier invulling aan geven.
Uit onze gesprekken met een aantal Arbeidsinspecteurs blijkt dat zij bepaalde verwachtingen hebben over de wijze van uitwerking van de Aanvullende RIE, te weten op basis van het format voor ‘installatiescenario’s’ vanuit de PGS 6. Dit is echter geen wettelijke verplichting en daarmee komt de uitwerking (zoals verwacht door de inspecteur) niet altijd overeen met de uitwerking van de ARIE-bedrijven.
Als de ongevalsscenario’s op een andere wijze zijn uitgewerkt, vragen de inspecteurs aan het bedrijf om te onderbouwen hoe wordt voldaan aan de wettelijke vereisten voor de Aanvullende RIE. Gebleken is dat bedrijven hier vaak geen goed antwoord op kunnen geven. Dit komt gedeeltelijk door de gebruikte termen en wijze van vraagstelling vanuit de inspecteurs, maar ook door de aanwezige kennis en onbekendheid met deze wijze van vraagstelling bij de bedrijven.
Als de Aanvullende RIE is uitgevoerd, zijn de mogelijke ongevalsscenario’s op zware ongevallen met gevaarlijke stoffen geïdentificeerd. Deze dienen vervolgens vertaald te worden naar het veiligheidsbeheerssysteem (VBS) en de noodscenario’s in het bedrijfsnoodplan (BNP).
Belangrijk bij het opzetten van het veiligheidsbeheerssysteem is dat de maatregelen die in de Aanvullende RIE genoemd zijn om de ongevalsscenario’s te beheersen, of de gevolgen te beperken, geborgd worden. Dit betekent voor alle genoemde technische maatregelen dat deze opgenomen moeten worden in het onderhoudssysteem en daarmee ook onderhouden moeten worden. Hierdoor kan de technische werking van deze maatregelen worden geborgd.
Voor de organisatorische maatregelen betekent dit dat deze geborgd moeten worden in procedures, werkinstructies en opleiding van het personeel. Het verband en dus de koppeling tussen de ongevalsscenario’s en de borging van de maatregelen in het VBS is niet voor alle bedrijven duidelijk. Wij merken hiernaast tijdens onze bedrijfsbezoeken dat veel bedrijven al procedures en werkinstructies voor risicovolle werkzaamheden hebben opgesteld en hier in de praktijk ook volgens werken. Dit beeld wordt ook bevestigd door de Nederlandse Arbeidsinspectie. Deze bestaande procedures en werkinstructies kunnen (deels) invulling geven aan de vereisten aan het VBS vanuit de ARIE-regeling.
De Aanvullende RIE geeft niet alleen input voor het VBS, maar ook aan de noodscenario’s in het bedrijfsnoodplan (BNP). De ongevalsscenario’s kunnen namelijk vertaald worden naar noodscenario’s, waarvoor actieplannen en/of grijpkaarten in het BNP uitgewerkt dienen te worden. In de praktijk merken we dat de link tussen deze 2 documenten nog niet bij alle bedrijven duidelijk is. Hierdoor is in het BNP niet voor alle typen ongevalsscenario’s uit de Aanvullende RIE een noodscenario uitgewerkt. Vaak heeft een bedrijf al een BNP op basis van de opgestelde RI&E, maar zien we dat met name de uitwerking van noodscenario’s met bijvoorbeeld de huid-corrosieve stoffen (ARIE- relevante stof) hierin (nog) ontbreekt.
Op basis van bovenstaande ervaringen concluderen wij dat veel bedrijven aan de slag zijn gegaan met de verplichtingen uit de ARIE-regeling. Veel van deze bedrijven worstelen echter met een juiste en volledige invulling aan deze verplichtingen. Dit heeft diverse oorzaken, maar komt veelal neer op de aanwezige kennis van veiligheidsstudies binnen de bedrijven, in combinatie met beperkingen in zowel beschikbare tijd als budget.
Door de wijze van vraagstelling van Arbeidsinspecteurs en het kennisniveau bij de ARIE-bedrijven is het tijdens inspecties voor beide partijen een zoektocht naar de antwoorden. Kijken we echter naar de praktijk, dan blijkt dat ARIE-bedrijven over het algemeen veilig werken met gevaarlijke stoffen en installaties periodiek onderhouden worden. De grootste uitdaging is om in compliance te komen met de wettelijke verplichtingen vanuit de ARIE regeling, zodat aantoonbaar is dat de risico’s op zware ongevallen beheerst zijn.
Herkent u bovenstaande worstelingen en wilt u goed beslagen ten ijs komen tijdens uw eerste ARIE-inspectie?
Neem dan contact op met onze adviseurs.
We organiseren voor de 2e keer een ARIE minicongres op 20 mei 2025 in samenwerking met de Nederlandse Arbeidsinspectie.
Houd onze communicatiekanalen zoals de website en onze mailingen in de gaten voor verdere informatie over het minicongres en andere ontwikkelingen.
Geen zorgen meer of alles op orde is rondom wet- en regelgeving.
Elk bedrijf moet wettelijk verplicht vaststellen of werknemers veilig en gezond werken, door het uitvoeren van een Risic...