Uw bedrijf moet invulling geven aan verschillende onderdelen van het explosieveiligheidsbeleid. Dit om te voldoen aan he...
11-01-2021
KWA ondersteunt Zeelandia bij het proces om te voldoen aan de CSRD-richtlijn.
27-01-2025
Het nieuwe kader is per direct van toepassing.
Op 18 december 2024 heeft de Raad van State een uitspraak gedaan over intern salderen bij het uitvoeren van een onderzoek naar de stikstofdepositie. Kort samengevat: er moet vanaf nu ook een vergunning voor een Natura 2000-activiteit worden aangevraagd wanneer er géén toename van de stikstofdepositie is als gevolg van intern salderen.
De Raad van State heeft een stroomschema gemaakt waarin is aangegeven welk pad gevolgd moet worden om binnen een project intern salderen mogelijk te maken. Als gevolg van de uitspraak kan intern salderen pas betrokken worden in een passende beoordeling en niet meer in een zogenoemde voortoets.
Hier kunt u het genoemde stroomschema downloaden
Vanaf 2020 tot de genoemde uitspraak van 18 december 2024 was een bedrijf niet vergunningplichtig als er geen toename van de stikstofdepositie was ten opzichte van de referentiesituatie. Dit gold ook als er gebruik was gemaakt van intern salderen.
Ondanks dat intern salderen vergunningsvrij was, kon wel een vergunning worden aangevraagd. Dit betrof een zogenoemde positieve weigering. Deze werd gebruikt om meer rechtszekerheid en een bevestiging van het bevoegd gezag te krijgen op de bepaling van de referentiesituatie en berekende NOx-vracht. Ook KWA heeft diverse aanvragen uitgevoerd voor haar klanten.
Het in de uitspraak uiteengezette, nieuwe kader is direct van toepassing, ook in lopende vergunningsprocedures, en geldt met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2020. Dit betekent dat voor alle nieuwe ontwikkelingen en ontwikkelingen waar de procedure nog voor loopt het intern salderen niet meer in de voortoets betrokken mag worden en in heel veel gevallen vergunningplicht is ontstaan.
Daarnaast moet voor alle activiteiten die sinds 1 januari 2020 zijn gerealiseerd, worden nagegaan of op grond van het nieuwe kader alsnog sprake is van een vergunningplicht. Dit moet ook gebeuren voor de activiteiten waarvoor een positieve weigering is afgegeven. Zo ja, dan moeten deze bedrijven alsnog een natuurvergunning aanvragen. Hiervoor geldt een overgangstermijn tot 1 januari 2030.
Uitzondering op voorgaande betreft de voortzetting van één-en-hetzelfde-project. Als er sprake is van de voortzetting van één-en-hetzelfde-project is er geen beoordeling nodig of er significant negatieve effecten kunnen zijn. Er is dan namelijk geen sprake van een (nieuw) project en daarmee ook geen natuurvergunningplicht.
Het nieuwe kader zorgt voor onduidelijkheden en vragen, zoals:
Daarnaast is in stap 3 bij de voorwaarden de additionaliteitvereiste opgenomen. Dit betekent dat intern salderen niet ook nodig moet zijn om natuur te behouden, herstellen of verslechtering te voorkomen. De aanvrager moet daarom gegevens aanleveren zodat het bevoegd gezag de beoordeling van de additionaliteitsvereiste kan uitvoeren. Hoe deze toetsing uit gaat pakken en welke gegevens daarvoor nodig zijn is momenteel nog onduidelijk.
Wij hopen dat er snel meer duidelijkheid komt en houden u op de hoogte van de ontwikkelingen. Ondertussen blijven we u uiteraard helpen met depositieberekeningen, het uitzoeken van de referentiesituatie en indien nodig het aanvragen van een natuurvergunning.
Voor meer informatie neemt u contact op met onze adviseurs.
Gasgestookte ketel wordt vervangen door E-boiler.
KWA doet onderzoek naar stikstofdepositie binnen uw bedrijf. Dat onderzoek heeft u nodig bij bijvoorbeeld uitbreiding. D...